Rob van Gennep. ‘En dan maar roepen: boeken!! boeken!!’

Na het levensverhaal van Geert van Oorschot en Emanuel Querido is dat van Rob van Gennep de derde uitgeversbiografie binnen een jaar. Chronologisch sluiten ze mooi op elkaar aan. Stuk voor stuk laten ze heel verschillende kanten van het uitgeefvak in Nederland zien.

In tegenstelling tot de Orwelliaanse voorspelling was 1984 een jaar waarin in Nederland tal van nieuwe sociale bewegingen in alle vrijheid en opstandigheid de kans kregen zich te manifesteren. In Amsterdam en andere grote steden waren de krakers actief en ook elders in het land maakten de antikernenergie- en vredesbewegingen een groeiperiode door. Nederland was een activistisch land, maar in tegenstelling tot de voorafgaande periode keken activisten geen boek meer in. Dat was althans de constatering van Rob van Gennep bij het vijftienjarig bestaan van de firma Van Gennep: uitgeverij, boekhandel en modern antiquariaat. De uitgever die in 1962 samen met zijn kompanen Johan Polak en Jaap Jansen het bedrijf had opgezet somberde als het ging om de toekomst van het linkse boekenvak. De vooruitzichten waren allesbehalve gunstig. Het land leed onder een economische recessie waardoor de koopkracht van lezers afnam. De Rotterdamse vestiging van boekhandel Van Gennep (geopend in 1975) zat nog steeds in de rode cijfers en de strategisch gelegen winkel in de Amsterdamse Nes verkeerde in zwaar weer. Boeken over de Derde Wereld, ooit een van de pijlers van het linkse boekenbedrijf, waren niet meer te verkopen. ‘Afrika is […] volstrekt hopeloos’, luidde Van Genneps beklag, ‘mensen willen er wel een pagina over lezen, maar geen boek.’

Johan Polak Bron: Nationaal archief © ANEFO

Diskussie en demokratisering

Dat was in de beginjaren als uitgever wel anders geweest. Eenmaal los van Johan Polak, met wie hij de literaire aspiraties had uitgeleefd, had Van Gennep zich eind jaren zestig vooral gefocust op het ‘echte linkse publiek’. In het jaar 1969 had hij zich uitgesproken om als uitgever boeken op de markt te brengen die ‘de problemen ideologisch ontleden, die inspiratie leveren voor politieke acties’ en die ‘het politieke denken activeren, speldenprikken geven, informeren.’ Dat leverde theoretisch stevig onderbouwde titels op zoals Psychoanalyse en politiek van filosoof Herbert Marcuse en De EEG en de rivaliteit Europa-Amerika van de trotskistische econoom Ernest Mandel. Maar ook allerlei linkse werk- en actiegroepen vonden bij de uitgever onderdak met hun bijdragen (in eigentijdse spellingswijze) aan de progressieve discussie. Een uitschieter was Materiaal voor het diskussiekongres over de demokratisering van bestuur en onderwijs binnen de sektie sociologie en kulturele antropologie van de subfakulteit der sociaal-kulturele wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Van Gennep zag het simpelweg als zijn opdracht om dergelijke doorwrochte werken onder de mensen te brengen waardoor zij zich bewust konden worden van de wantoestanden in de wereld. ‘We moeten feiten blootleggen en enkel op die manier zullen we de kapitalistische structuur kunnen aantasten’, zo verwoordde hij zijn uitgeefmissie. Het was revolutionaire taal van een uitgever die zelf binnen het politieke spectrum steeds verder naar links was opgeschoven. Met de razendsnelle publicatie van het pamflet Tien over rood van de opstandige stroming Nieuw Links binnen de PvdA haalden de uitgevers een huzarenstukje uit. In een weekend was de uitgave drukklaar. Het was echter deze beweging naar nog linkser die Johan Polak met lede ogen aanzag. De tien jaar oudere miljonair had het kapitaal ingebracht om onder de naam Polak & Van Gennep prestigieus werk uit te brengen als de verzamelde gedichten van J.C. Bloem en Verzamelde lyriek 1898-1921 van P.C. Boutens. Prachtige uitgaven in dundruk, maar ‘totaal onverkoopbaar’. Als het moest was Polak evenwel niet te beroerd om ook zijn naam te verbinden aan nadrukkelijk linkse publicaties, al druiste dat wel tegen zijn gevoel in.

Het linkse gevoel

Na het korte bestaan van Cartons voor Letterkunde waren de oprichters van Polak & Van Gennep net als andere serieuze uitgeverijen ook weer een tijdschrift begonnen: Merlyn. Na drie jaargangen hield de redactie bestaande uit Ulli Jessurun d’Oliveira en Kees Fens het voor gezien. Merlyn had een zuiver analytische benadering van de tekst bepleit – close reading – en in die missie meende de redactie ondertussen te zijn geslaagd. Met welgevallen zag men dat de gepropageerde literatuurbenadering ook in andere bladen werd toegepast. Toen na een aantal jaren duidelijk werd dat Van Gennep en Polak een afwijkende zienswijze hadden op marktwetten en maatschappelijke ontwikkelingen besloten ze voortaan het literaire en literair-historische deel van hun fonds uit te brengen onder het imprint Atheneum-Polak & Van Gennep. Het zou de opmaat vormen voor een verdere scheiding in 1969, toen beide uitgevers hun eigen weg in sloegen.

Niet alleen het linkse gevoel had zich bij Rob van Gennep verder ontwikkeld, het werd hem ook steeds duidelijker dat er als uitgever aan te verdienen viel. Linkse handel was goede handel, of het nu ging om de verkoop van posters van de revolutionair Che Guevara, de gebundelde interviews van Bibeb, uitgaven over de jonge relatie tussen Beatrix en Claus of boeken over Provo. Ook voor Het vier seizoenen kookboek draaide de uitgever zijn hand niet om. Breed uitgeven, dat paste in zijn zienswijze. Met het uiterst actuele Universiteit in opstand (1969) van Ton Regtien had Van Gennep een echte ‘schot in de roos’. Het linkse politieke boek zou in de daarop volgende jaren meer bestsellers opleveren.

Het collectief

Boeken werden in de progressieve leescultuur lange tijd collectief gelezen en bediscussieerd. Ondertussen was de geest van het collectief in de jaren zeventig in alle geledingen van links uit de fles gekomen. Voor de naamloze vennootschap Van Gennep betekende dat het beleggen van talloze collectieve vergaderingen waarin met name de stem uit de CPN-hoek Van Gennep duur kwam te staan. Uitgeverij en boekhandel ging er bijna aan ten onder. Ook vanuit feministische kring kreeg Rob van Gennep een onverwachte en rechtstreeks aanval te verduren nadat een van de medewerksters vanwege een arbeidsconflict ontslag was aangezegd. Daarbij werd hem zelfs de kwalificatie ‘sexist’ toebedeeld. Niet alleen een bekladde etalageruit was het gevolg, maar het raakte Van Gennep ook heel persoonlijk. Hij voelde zich verraden en vernederd door een groep van medewerkers en auteurs, waaronder Anja Meulenbelt van wie hij in 1976 De schaamte voorbij had uitgegeven. Terwijl dat boek een van zijn belangrijkste inkomstenbronnen werd, had Meulenbelt de uitgeverij al de rug toegekeerd. Voor een aantal vrouwen gaf het feministische tumult aanleiding tot de oprichting van uitgeverij Sara. Een aantal jaren later, toen de kwestie al lang en breed was verstomd, keerde Anja Meulenbelt weer terug in het nest van Van Gennep. En op het moment dat Sara als zelfstandige uitgeverij niet langer levensvatbaar bleek, nam Rob van Gennep zonder rancune en ruimhartig de failliete boel over. Het was tekenend voor zijn persoon: behulpzaam en praktisch.

Bron: Nationaal Archief © Collectie Spaarnestad / Anefo. PROVO, 1966.

Op instinct

Uit de boeiende biografie van Geke van der Wal spreekt een uitgever die behalve uiterst geëngageerd ook uitermate betrokken was bij de wereld, het boekenvak en zijn bedrijf. Hij beet zich niet vast in oude vetes, maar liet gedane zaken vrij gemakkelijk van zich af glijden. Van der Wal gebruikt meermalen de typering ‘naïef’ en concludeert dat het bedrijf Van Gennep weinig efficiënt en hier en daar ‘raar’ werd geleid. Als het financieel niet goed ging en Jaap Jansen weer eens een somber scenario voor de aandeelhoudersvergadering schetste, was het Rob van Gennep zelf die op instinct weer met een truc voor de dag moest komen. Maar er waren natuurlijk ook successen en meevallers en wel op de meest onverwachte momenten. Zo werd Peter van Straatens Parool-strip Vader & Zoon in de gebundelde uitgaven van Van Gennep enorm populair.  Bestseller werden ook de journalistieke under cover boeken van Günther Wallraff, de romans van György Konrád, Ed van Thijns politieke Dagboek van een onderhandelaar en de poëzie van Breyten Breytenbach. Vertaalde literatuur werd met de jaren steeds belangrijker voor Van Gennep, maar nooit louter omdat het schöngeistig was. Boeken in de meest uiteenlopende genres moesten wel passen in het linkse uitgeefbeleid. Daarin was ook ruimte voor titels als Voedsel in Nederland van Lucas Reijnders en diens lijvige gids Geneesmiddelen in Nederland. Een verrassend succes boekte de uitgeverij in de jaren tachtig met de biografie Jean-Paul Sartre van Annie Cohen-Solal. Mede door haar televisieflirt in de talkshow van Adriaan van Dis werd Nederland massaal verliefd op de Française. Rob van Gennep reed met haar stad en land af voor lezingen en signeersessies. ‘Een grappige en levendige man, die me beschermde en ondersteunde’, herinnerde Cohen-Solal zich haar contact met de Nederlandse uitgever. Haar biografie zou nog jaren op menig nachtkastje blijven liggen.

Opheffingsuitverkoop

Terug naar 1984 dat een zwaar jaar werd voor de firma Van Gennep. De boekhandel aan de Nes was door de jaren heen steeds verliesgevender geworden. De loop was eruit geraakt sinds verschillende studierichtingen waren verhuisd van de Oudemanhuispoort naar elders in de stad. Als geheel leunde het bedrijf zwaar op de winst uit het modern antiquariaat op de Nieuwezijds Voorburgwal. Het was aan alle kanten duidelijk dat de interesse voor het gespecialiseerde politieke boek was weggeëbd. Zoals Van der Wal concludeert: ‘de leeshonger van de protestgeneratie was gestild’. Daar kwam bij dat ook de uitgeverij Van Gennep de aansluiting met de krakers- en vredesbeweging had gemist. Maar het was wel het uitgeefbedrijf dat moest overleven. Daarom werd besloten dat de boekhandel aan de Nes opheffingsuitverkoop zou houden, waarna de deur op slot ging. Volgens Trouw markeerde dit ‘het einde van een tijdperk’ en Vrij Nederland schreef: ‘Het boegbeeld was gevallen’. Als boekhandelaar kon Rob van Gennep niet anders dan erin berusten. ‘Het is gewoon voorbij’, zei hij tegen een journalist van het Haarlems Dagblad.

Lief en leed

De laatste drie hoofdstukken van de biografie laten de kwetsbare kant van Rob van Gennep zien. Zowel op zakelijk als persoonlijk vlak manifesteerde zich ‘lief en leed’. De jonge Rob van Gennep had aanvankelijk heel andere aspiraties gehad dan de handel in boeken. Een sportdroom in de hockeywereld was echter al vroeg vervlogen en zijn aarzelende treden op het pad van de poëzie zou hij later meesmuilend kwalificeren als het schrijven van ‘gedichtjes’. Daarentegen had Van Gennep van jongs af aan succes bij zowel vrouwen als mannen. Wat de omgang met vrouwen betreft zou hij gedurende zijn verdere leven zijn vaardigheden en voorkeuren steeds verder ontwikkelen. Dat leidde naast de verbintenis met zijn wettige echtgenote Hedda, die haar eigen carrière had bij de VARA, uiteindelijk tot een vrij maar gecompliceerd liefdesleven. Steeds vermoeiender leek ook het werk te worden. Maria Heiden, die het filiaal in Rotterdam leidde, merkte het doordat hij bij een bezoek steeds vaker een uurtje bij haar op de bank moest gaan liggen. Toen begin jaren negentig bij Rob van Gennep de diagnose ALS werd gesteld, waren de lichamelijke ongemakken al zodanig toegenomen dat hij niet alleen met een stok liep, maar ook geregeld in wanhoop vloekte en tierde. Hij was geen man die te koop liep met zijn zielenroerselen, maar nu liepen de emoties hoog op en bekende hij aan zijn vrouw Hedda: ‘Ik had zo graag een oude boekhandelaar willen worden’. Hij had het voor zich gezien: ‘Een boekenstalletje op de Dam. En dan maar roepen: boeken!! boeken!!’ Terwijl het lichamelijk verval zich verder voltrok, werd op 14 januari 1994 in zijn bijzijn nog het 25 jarig jubileum van de uitgeverij gevierd. De borrel op de Nieuwezijds Voorburgwal was tegelijkertijd een afscheid. Voor sommige gasten was het een gebeurtenis die zij met mededogen bekeken; de uitgever zelf genoot van alle aandacht. Veel leek er vergeven en vergeten. Anja Meulenbelt rolde kameraadschappelijk een sigaret voor hem. In de laatste maanden schakelde Hedda van Gennep de voormalige vriendinnen van haar man in onder het motto: vroeger de lusten, nu de lasten. Op 13 april 1994 overleed Rob van Gennep in zijn huis aan de Amsterdamse Van Eeghenstraat in het bijzijn van zijn huisarts, zijn compagnon Jaap Jansen en Hedda. Aan de persoonlijke dingen die in de dagen voor zijn begrafenis in zijn kist werden gelegd voegde medewerkster Patricia de Groot het Boliviaans dagboek van Che Guevara toe.

Kroningsrellen
Bron: Nationaal archief © Hans van Dijk / ANEFO

Imponerend

‘Hij was impulsief als een kind’, schrijft Geke van der Wal, zelf voormalig redacteur van De Groene Amsterdammer, over Rob van Gennep. ‘Hij kon liegen en opscheppen, ijdel en zelfingenomen zijn, maar deed dat zo openlijk dat iedereen het zag en hem vergaf.’ Tegelijk stelt zij vast dat Van Gennep als uitgever trouw bleef aan zichzelf en koste wat kost vasthield aan zijn linkse imago. De prettig leesbare en toegankelijke biografie die Van der Wal heeft geschreven geeft tegelijk een uitstekend tijdsbeeld van met name de jaren zeventig en tachtig. In die zin sluit het heel mooi aan bij John Jansen van Galens De gouden jaren van het linkse levensgevoel over de hoogtijdagen van Vrij Nederland dat eerder dit jaar verscheen. Opvallend is dat er weinig overlapping in de personenregisters van beide boeken te vinden is en dat tekent wellicht de mate waarin links Nederland in de jaren zestig en zeventig gepolariseerd was. Er werd samen gestreden tegen alles wat rechts, bourgeois en liberaal was, maar links zat wel verdeeld in heel verschillende loopgraven.

Van der Wal heeft geen psychologisch portret van Rob van Gennep willen schrijven. Ze vond het interessanter zich op het werk van de zowel geliefde als gevreesde boekenman te richten en daarmee de hartslag van de tijd te volgen. Immers: alle maatschappelijke bewegingen kwamen op een of andere manier samen in de uitgeverij Van Gennep. Om lang stil te staan bij wat er in het hoofd van de uitgever omging, ontbrak het de biograaf ook aan het noodzakelijke bronnenmateriaal. Van Gennep was geen dagboek- of brievenschrijver en wanneer hij die wel schreef, liet hij zich vrijwel uitsluitend uit over zijn vak. Rob van Gennep werd zowel door zichzelf als door anderen bewonderd. Niet alleen omdat hij bekend was en links, maar vooral ook omdat hij met zijn imponerende presentatie de aandacht bijna altijd naar zich toe wist te trekken. Tegelijk bleef hij voor zijn omgeving ongrijpbaar en dat is hij na lezing van zijn levensverhaal eigenlijk nog steeds. Die constatering staat de ‘mythe van het collectief’ niet in de weg en doet in het geheel niets af aan de kwaliteit van deze interessante biografie.

Rob van Gennep. Uitgever van links Nederland
Geke van der Wal
Atlas Contact
ISBN 9789045030555
Verschenen in augustus 2016

Bestelinformatie

Koop bij Athenaeum Boekhandel
Bestel hier als paperback bij Athenaeum Boekhandel (€ 24,99)
Bestel hier als ebook bij Athenaeum Boekhandel (€ 9,99)

Koop bij bol.com

Bestel hier als paperback bij bol.com (€ 24,99)
Bestel hier als ebook bij bol.com (€ 14,99)

Wim Huijser
Wim Huijser
Wim Huijser is schrijver-publicist op het snijvlak van literatuur, geschiedenis en landschap. Hij schreef onder andere een biografie van C. Buddingh’, een monografie van Ton Schulten en tientallen boeken over literatuur en wandelen. Daarnaast stelde hij diverse bloemlezingen samen, waaronder een met wandelfragmenten van J.J. Voskuil.

Fijn als je dit artikel met anderen deelt:

Lees ook...

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in